De HANDEL

Pommeroeul speelde een belangrijke commerciële rol; de stad was een plaats van uitwisseling tussen de landelijke en de stedelijke wereld, tussen geëxporteerde en geïmporteerde producten.  

Talrijke overblijfselen getuigen van deze activiteit: munten, weegschalen, gewichten, enz. 

 De god Mercurius was bijzonder populair bij de Gallo-Romeinen, misschien omdat hij de god van de kooplieden en de dieven is en tevens de boodschapper van alle goden… Zijn attributen zijn de vleugels, de caduceus, de beurs en de bok.  

De handel werd gereglementeerd, wat betekende: belastingen, zegels en kwaliteitscontrole. Op de goederen werden zegels aangebracht om vrijstelling van douanerechten, een bewijs van betaling of de naam van de eigenaar aan te geven. Ze konden van lood of was worden gemaakt en in zegeldozen worden geplaatst. De Gallo-Romeinen gebruikten hun zegelring of de initialen van hun tria nomina. Monsters werden gebruikt om de verkochte producten te proeven, zoals deze amfoorstop die, ondersteboven gekeerd, een deel van de vervoerde vloeistof kon bevatten. 

Er zijn talrijke voorwerpen gevonden die getuigen van de commerciële activiteiten van de stad en in het bijzonder van de weegfase. Handelaren waren uitgerust met verschillende soorten weegschalen voor het wegen van goederen en ook voor het wegen van geld. De monetaire weegschalen maakten het mogelijk het gewicht van de munten te kennen en ze om te rekenen, een praktijk in onze streken midden in de romanisering waar de munten zeer uiteenlopend waren. Het Gallo-Romeinse monetaire systeem omvatte Gallische munten (in potin = een legering van koper en tin, en meer zelden in goud, zilver en brons) en Romeinse munten (in goud, zilver, koper en soms brons). Met de tijd en de komst van Romeinse soldaten en kooplieden versnelde de monetarisering. Romeinse munten werden de valuta van het hele rijk. 

Spring naar de inhoud