Op de Romeinse wegen kunnen reizigers zich te voet, te paard of met een door dieren voortgetrokken voertuig of kar verplaatsen.

Er bestaan verschillende voertuigmodellen:

– het cisium: licht uit twee wielen bestaand voertuig, het stelt mensen in staat om zich te verplaatsen

– de raeda: zijn 4 wielen en zijn kap zorgen voor een praktisch vervoermiddel

– de carruca: zwaar, met 4 wielen en overkapt, ideaal voor lange reizen.

en verschillende modellen van karren (carrus, plaustrum, benna). Al deze voertuigen worden voortgetrokken door muilezels, paarden of ossen.

 

De Romeinse wegen zijn bezaaid met mijlpalen. Deze cilindrische monumenten informeren de voorbijganger over de af te leggen afstanden en over het doorkruiste grondgebied. Voor de ingang van het museum is een eigentijds exemplaar te vinden. Heb je het gezien? Het markeert één van de etappes van de Via Romana Bavay-Velzeke, een huidige route die je in de voetsporen van Rome zal leiden door 4 musea met elkaar te verbinden: het Oude Forum van Bavay, de Archeosite van Aubechies, de Gallo-Romeinse Ruimte van Aat en het Provinciaal Archeologisch Museum van Velzeke.

Routebeschrijvingen gidsen de reizigers en geven hen een overzicht van de belangrijkste Romeinse wegen. De bekendste zijn het Wegenboek van Antoninus (Itinerarium Antonini) en de Peutingerkaart (Tabula Peutingeriana). De eerste somt de belangrijke wegen op, de doorkruiste plaatsen en de afstanden. De tweede geeft schematisch de sporen van een rode lijn op een lang, opgerold document weer. Maar er bestaan ook plaatselijke exemplaren, zoals de romeinse mijlpaal te Tongeren (Miliarium Tungricanum) in steen.

Langs de wegen in steden, agglomeraties en andere nederzettingen (vici), laten stopplaatsen toe dat konvooien en reizigers elke 10-15 km een halte kunnen houden.

Spring naar de inhoud