De metaaltijdperken omvatten twee hoofdperioden: de bronstijd en de ijzertijd. Samen met het Chalcolithicum (kopertijd) worden ze vaak gegroepeerd onder de term “Protohistorie”. Al deze namen getuigen van het culturele, commerciële en politieke belang van de beheersing van metallurgische technieken. De samenleving werd hiërarchischer, de demografie nam toe en de handel ontwikkelde zich.

In Picardisch Wallonië zijn talrijke sites vermeld, met name dankzij de preventieve archeologie (TGV, ZAE).

  • Huisvesting : rechthoekige plattegrond, verdeeld in 3 beuken.
  • Materiële kenmerken: zeer rijke metalen voorwerpen, gedeponeerde wapens in de rivieren (funeraire offers, rituele of cultushandelingen?), talrijke necropolen (urnenvelden, wagengraven, tumuli, funeraire afzettingen).
  • Voedsel: granen, peulvruchten, gekweekt vlees en wild, zuivelproducten, zout.
  • Kleding: wol, met metalen accessoires (armbanden, riemgespen) of in steen (armbanden van leisteen, amberkleurige kralen).
  • Extra info: torques (halskettingen bedekt met bladgoud) zijn gevonden in Picardisch Wallonië (Frasnes-lez-Buissenal en Pommerœul).
Spring naar de inhoud