Afbeelding : « Évocation d’un potager » © D. Caryn
(Evocatie van een moestuin)

Een productieve tuin vereist de grootste zorg voor haar bodem, en de voorbereiding van die grond is van essentieel belang. Die bewerkingen gebeuren met de ploeg of met handgereedschap (schoffel of schop). Latijnse auteurs waarschuwen echter voor te vaak of te diep ploegen wat verarming van de grond teweegbrengt. 

« Het is beter om de aarde met schoffels om te draaien dan met de ploeg. De schoffels verplaatsen ook overal de aarde; maar de ploeg daarentegen tilt grote kluiten aarde op, … » Columelle

Braaklegging en vruchtwisseling worden beoefend. 

« We moeten de aarde altijd een jaar rust geven, of minstens twee jaar haar enkel de zaden toevertrouwen die voldoende licht zijn om haar niet uit te putten. »  Varron

Een door Plinius de Oudere aangehaalde praktijk die specifiek voor Gallië geldt, is de toevoeging van aarde genaamd marga; Dit zijn minerale fosfaatmeststoffen van natuurlijke oorsprong, mergel of kalk.

Onze voorouders maakten uitgebreid gebruik van groenbemesters en plantenafval dat tijdens het ploegen werd ondergewerkt. Er werd ook as gebruikt, soms gemengd met mest. 

« Als meststof worden lupine, tuinbonen en wikke gebruikt. Hetzelfde geldt voor stoppels, lupinestelen, stro van graangewassen, tuinbonen, schillen, eikels en bladeren van de eikeboom. » Caton

Columelle vult de lijst aan met linzen, ervum, en erwten.

Volgt dan het aanzienlijke gebruik van mest, een mengsel van strooisel en dierlijke uitwerpselen, en dat eerder droog dan vers gebruikt wordt. Naast dierlijke mest worden eveneens menselijke uitwerpselen gebruikt. 

« Voor mest bestaan er drie hoofdsoorten: de mest die de vogels ons leveren, de mest die van de mens komt, en de mest die ons vee ons oplevert. » Columelle

Uitwerpselen van boerderijdieren en van ezels, en menselijke mest worden beschouwd als de beste meststoffen voor de tuin.

Auteur: Jean-Luc Mulkens

Spring naar de inhoud